Skip to main content

Victoria:

Op een dag werd Victoria naar het slachthuis gebracht in Surhuisterveen, ook in Friesland. Ze gaf geen melk, ze was een zogenaamde vleeskoe. En een vleeskoe moet lekker dik zijn. Maar Victoria was mager en bleef mager. Na twee jaar moet de boer gedacht hebben: “Dat wordt nooit een goede dikbil”, dus moest ze weg voor de dood. In het slachthuis stond ze in de rij te wachten op haar beurt. Maar voordat de slachter zijn werk kon doen, sprong ze over een muur van een meter tachtig heen. Toen begon ze aan een vlucht die zes dagen zou duren. Ze werd al die tijd achtervolgd door de politie, de brandweer en door dierenartsen met hun verdovingsspuiten. Zelfs door cameraploegen en fotografen werd ze niet met rust gelaten. Het Friese land lag verstopt onder een dik pak sneeuw. De meeste mensen zaten dicht tegen de verwarming aan, maar wie zich buiten waagde kon in de verte een zwarte schim zien draven. Hier en daar springend over hekken en sloten. Niemand kreeg haar te pakken.

Soms raakte een verdovingsschot haar in de flanken, maar ze liep door. Net als Claartje. Alleen hier was geen etalage die haar stopte. Er was steeds weer een nieuwe vlakte waar ze overheen denderde. Verder en verder van het slachthuis vandaan. Ze was wereldnieuws geworden.de koe die rende voor haar leven. Het stond in alle kranten. Toen ze na zes dagen stopte met lopen was ze allang een heldin. Ze werd vrijgekocht en naar een stal gebracht om tot rust te komen. Daarna werd ze in een veewagen geladen en naar Bert Hollander gebracht. Daar kreeg de koe die alleen een nummer was haar naam Victoria, de Romeinse godin van de overwinning. Victoria loopt nog altijd trots rond op de boerderij in Zandhuizen, zonder te hoeven produceren en zonder ooit nog met een been het slachthuis te hoeven betreden!